13. De metselbij

Achtergrondinformatie

De mannelijke exemplaren van de gouden slakkenhuisbij zijn te herkennen aan de goudkleurige haarbandjes op het achterste stuk van het achterlijf. Bij de vrouwtjes zijn deze haarbandjes smaller en zitten er ook witte franjeharen, het achterlijf bij de vrouwtjes is tamelijk kort en dun behaard. De buikschuier is oranjebruin gekleurd. Verspreiding in Nederland is beperkt tot de kalkrijke kustduinen en in Zuid-Limburg. Dit bijtje nestelt in lege slakkenhuisjes waarin meerdere cellen worden gemaakt van bladmateriaal. Ze vliegt voornamelijk op vlinderbloemen (zoals rolklaver), lipbloemen (bijvoorbeeld dovenetel) of ruwbladigen (slangenkruid).

Het slakkenhuisje wordt beplakt met groene plantendelen en wordt afgesloten met een propje waarin bladpulp is verwerkt. De functie van het beplakken van het slakkenhuisje met plantendelen is nog onbekend. De eitjes die zijn gelegd komen na enkele dagen uit en na enkele verpoppingen (voor de winter) komen de nieuwe metselbijen uit. Deze metselbijen blijven echter in hun nest tot na de winter. Het bijzondere is, dat het eitje dat het laatst is gelegd, als eerste uitkomt. Dit bijtje zal zich als eerste naar buiten werken. Daardoor hoeft elk bijtje maar één kamertje te openen.

Suggesties voor activiteiten

  • Bekijk samen een (gekocht of geleend) insectenhotel. Waar zijn al die vakjes voor? Kunnen de kinderen verzinnen welke insecten daarin een plekje gaan zoeken?
  • Samen een bijen of insectenhotel maken is natuurlijk nog mooier. Zie hier een stappenplan. Vraag eventueel de hulp in van handige (groot)ouders.