3. Tellen

Achtergrondinformatie

Lieveheersbeestjes horen bij de kevers. Sommige soorten zijn zeer bekend, omdat ze algemeen voorkomen, bijvoorbeeld het zevenstippelig lieveheersbeestje. Lieveheersbeestjes leven zowel van planten en schimmels als van kleine diertjes en veel soorten zijn sterk gespecialiseerd. De bladluis etende soorten worden vaak als nuttig gezien.

De naam lieveheersbeestje is een herinnering aan de tijd dat de Germanen in Europa zich bekeerden (of bekeerd werden) tot het Christendom. De bestaande Germaanse naam voor het kevertje, Freyafugl, vogel van de godin Freya, werd verchristelijkt tot onzelievevrouwebeestje of lieveheersbeestje.

Lieveheersbeestjes worden ingedeeld naar het soort en aantal vlekken:

Suggesties voor activiteiten

  • Laat kinderen op een kleurplaat van lieveheersbeestjes de stippen tekenen en de beestjes inkleuren (zie download 3 lieveheersbeestjes werkblad.pdf). Je kunt de kleurplaat ook gebruiken om plaatjes van lieveheersbeestjes met verschillende aantallen stippen uit te knippen of prikken. De kinderen kunnen de lieveheersbeestjes dan op volgorde leggen naar het aantal stippen.
  • Van ronde kiezelstenen kun je prachtige lieveheersbeestje maken. Schilder ze rood en laat drogen. Pak dan een wattenstaafje en doop die heel voorzichtig in een nauwelijks zichtbaar bodempje zwarte verf en stempel de stippen op het lijf.
  • In de pdf: 3 Tellen lieveheersbeestjes zie je een plaatje van verschillende lieveheersbeestjes. Kunnen jullie ze een passende naam geven? Er zit één lieveheersbeestje bij die in het echt niet bestaat. Welke zou dat zijn, denk je? (blauwe)
  • Maak met de kinderen een telboek. De omslag is beschikbaar als download in pdf: Brem en Snuit Telboek cover. Die omslag vouw je dubbel, evenals 2 lege vellen A4. Die drie vellen schuif je in elkaar, met de omslag aan de buitenkant. Gebruik een nietmachine om de 3 vellen bij de vouw aan elkaar te nieten. Dan heb je een boekje met 10 bladzijden. Op de eerste bladzijde zetten de kinderen een grote 1 en tekenen daaronder 1 voorwerp of dier uit de natuur, bijvoorbeeld een konijntje of een boom, Op de tweede bladzijde komt een grote 2 en daarbij worden 2 dezelfde dingen uit de natuur getekend, bijvoorbeeld 2 paddenstoelen of 2 bloemen, zo komt op de derde bladzijde een 3 met 3 natuurvoorwerpen enzovoorts. Na afloop kunnen ze de omslag nog kleuren en hebben ze een telboekje gemaakt.